Theo van Doesburg was een duizendpoot: schilder, schrijver, architect, typograaf en kunsttheoreticus. In dit deel van de Bauhausbücher probeert hij elementaire concepten in de beeldende kunst algemeen begrijpelijk te maken. Hij richtte zich tot de 'moderne kunstenaar' van zijn tijd, die te maken had met zowel veranderende sociale paradigma's als een veranderend begrip van kunst en kunsttheorie. Van Doesburg omschrijft theorie als een noodzakelijk gevolg van de creatieve praktijk. Kunstenaars, zegt hij, "schrijven niet over kunst, maar vanuit de kunst."

De serie wordt uitgegeven met de genereuze steun van de Rudolf-August Oetker-Stiftung.

Auteur (s): Theo van Doesburg

Bewerkt door Walter Gropius, László Moholy-Nagy (originele serie), Lars Müller (Engelse editie) in samenwerking met Bauhaus-Archiv / Museum für Gestaltung, Berlijn

Ontwerp: László Moholy-Nagy (originele Duitse uitgave), Theo van Doesburg (omslagontwerp)

Details:

18 × 23 cm, 7 × 9 in

68 pagina's, 32 illustraties

hardcover