Lange, smalle bijzettafels zoals de B 10 zijn ideaal voor als je snel een voorwerp moet neerzetten - en weer terugvinden. Ze zijn ook een decoratieve blikvanger in huizen en kantoren. Vandaag de dag komt hun rechtlijnige esthetiek ons bekend voor. Hun uitvinder, Marcel Breuer, streed met zijn elegante, gereduceerde stalen buismeubelen tegen overladen en overgedecoreerde woonstijlen - die rond 1920 nog alomtegenwoordig waren. Na de eerste experimenten met stalen buizen, een nieuw materiaal in die tijd, ontwikkelde Marcel Breuer een reeks kleine tafels, waaronder de lange, smalle bijzettafel B 10. Tegelijkertijd werkte hij aan een innovatief stoelontwerp. Met zijn sterkte en buigzaamheid maakte koudgebogen stalen buis dergelijke constructies mogelijk. De eerste meubels van stalen buizen hadden poten en glijders, maar maakten nog geen gebruik van de buigzame eigenschappen van stalen buizen. Vanaf 1928 begon Breuer met de bouw van prototypes van de sledestoelen die we nu allemaal kennen. Mart Stam leverde het prototype voor hen met zijn Freischwinger die bestond uit tien stukken stalen buis van gelijke lengte en buisfittingen die ze met elkaar verbonden, en die aanvankelijk stijf en onbuigzaam was. Breuers ontwerpen worden beschouwd als mijlpalen in de geschiedenis van het moderne meubilair. Thonet onderkende al vroeg het potentieel van stalen buismeubelen, werkte samen met de avant-gardistische ontwerpers en werd in de jaren dertig de grootste producent van stalen buismeubelen ter wereld.